Succesverhalen: Familie van Dijk
Anneke van Dijk is één van de negen vrouwelijke vrachtwagenchauffeurs bij Poiesz. En dat niet alleen. Man Meinte rijdt ook voor de supermarkt en dochter Marijke eveneens. U mag raden waar zoon Jakle werkt… Inderdaad: bij Poiesz! “Het is een betaalde hobby.”
Om een dag mee te rijden met Anneke moet je vroeg uit de veren.
De goedlachse chauffeur is al om half zes actief. Poiesz-vrachtwagen nummer 16 (te herkennen aan de roze klompjes op het dashboard) wordt op het laadperron te Sneek volgeladen met diepvriesproducten, vleeswaren en gebak. De rit voert langs de winkels in Oudehaske en Lemmer. Anneke ‘krijgt’ er tientallen containers voor terug, vooral gevuld met lege flessen, blikjes en kartonnen verpakkingen. Die worden afgeleverd bij het speciaal hiervoor ingerichte deel van het distributiecentrum.
Met de weer lege vrachtwagen meldt Anneke (48 jaar, wonend in Boazum en sinds 1997 actief bij Poiesz) zich opnieuw bij het laadperron. “Nu gaan we op pad met DKW”, vertelt ze. Dat staat voor Droge Kruideniers Waren. Er passen 54 containers in de vrachtwagen, die ze als haar tweede huis beschouwt. “Dit is mijn lust en mijn leven. Het is een betaalde hobby, een prachtige sport.” Sport? “Jazeker. Puzzelsport! Het is telkens weer een uitdagende puzzel om alle vracht zó neer te zetten, dat alles er in de juiste volgorde uit kan. Daar wordt meteen bij het klaarzetten in het DC, het distributiecentrum, al aan gedacht.”
Deze rit gaat via Zuidhorn en filiaal Helpman (in stad-Groningen) naar Hoogkerk. Nauwelijks vertrokken, moet Anneke haar Scania met 370 PK alweer tot stilstand brengen. In en rond Sneek wordt flink aan de wegen gewerkt en staat regelmatig een brug open. Het geeft haar de gelegenheid een boterham tevoorschijn te halen, uit de koellade naast haar van vering en ventilatie voorziene stoel. “We hebben in de cabine niets te klagen. Ook dat maakt dit
werk mooi.” Poiesz kan een beroep doen op zo’n 80 chauffeurs. Er zijn 34 vrachtwagens beschikbaar. Anneke was bij Poiesz de eerste vrouw ooit die achter het stuur plaatsnam. Genetisch bepaald, zeg maar. “Mijn vader was chauffeur en mijn oom ook.” Dat haar man Meinte (54) ook verslingerd is aan de rijden op de vrachtwagen, mag geen verbazing wekken. Hij doet vooral aanvoertransport voor Poiesz, ofwel goederen ophalen bij de leveranciers. Meinte doorkruist daarvoor het hele land en is regelmatig een nacht van huis. Dochter Marijke (23) is ook met het ‘vrachtwagenvirus’ besmet. Zij combineert het rijden met haar werk als doktersassistente. Zoon Jakle (19) is actief in de winkel te Scharnegoutum. “Als we samen thuis zijn, gaat het vaak over Poiesz. Dat is niet erg, want we vinden het werk hartstikke leuk.”
Zuidhorn doemt op. Anneke kent de route op haar duimpje, zoals die naar alle 72 winkels. “Eigenlijk 71, want de vracht voor Vlieland leveren we af bij de veerboot in Harlingen. Ondanks dat ik de weg wel weet, is het altijd opletten. Er wordt altijd aan de wegen gewerkt.” Chauffeurs houden elkaar onderling op de hoogte van gewijzigde situaties. “Daarvoor hebben we een groeps-app. Als Poiesz-chauffeurs hebben we trouwens ook een eigen personeelsvereniging. Daar ben ik penningmeester van. We doen gezellige dingen.” De voor Zuidhorn bestemde lading wordt vlot gelost. Winkelpersoneel helpt een handje. De vracht wordt gecontroleerd en dan het magazijn in gereden. Anneke steekt de handen uit de mouwen. Haar aandacht geldt ook voor de ‘vracht-terug’. “Die moet ik slim neerzetten, zodat ik straks makkelijk bij de spullen voor de volgende winkels kan.”
Op naar Helpman. Dat vereist opperste concentratie, want de hele stad Groningen lijkt één grote bouwput. “Die dynamiek heeft ook iets moois”, zegt Anneke. Ze rijdt haar ruim 15 meter lange wagen moeiteloos langs alle hindernissen en door de drukbevolkte stadswijk. Maar aangekomen bij het filiaal, is de klus nog lang niet geklaard. Ook deze Poiesz-winkel wordt verbouwd en dat leidt op straat tot beperkte ‘beweegruimte’. Anneke moet haar wagen via een hoek van 90 graden naar het laad- en losperron zien te manoeuvreren. Ze doet dat onberispelijk; de laadklep gaat open, containers rijden af en aan. “Dit gaat vlot. Dan kunnen we mooi even een bakje koffie drinken en naar het toilet.”
Ook naar en in Hoogkerk loopt alles op rolletjes. Met de wagen volgeladen wordt koers gezet naar Sneek en leegt Anneke vervolgens haar wagen. Nóg is het werk niet gedaan: of ze haar paleis op wielen kan vullen met koelingcontainers en die wil afleveren bij het diepvries distributiecentrum? “Geen probleem.” Als ze wagen-16 hierna naar de parkeerplaats heeft gereden, volgt bij het uitstappen een liefkozend tikje op de deur. “Dit was weer een mooie dag.”